Eens had ik een client die na 10 jaar huwelijk zei vast te lopen. Zijn vrouw was daarvoor getrouwd geweest met de vader van haar kinderen. Als hij over de eerste man sprak, zei hij consequent ‘haar man’. Ik zei na twee keer, wat wonderlijk. Jij bent al 10 jaar lang haar man. Toch ging het in het gesprek steeds door. Het lijkt erop dat je jezelf nog steeds die plek niet hebt gegeven, wat moet dat een gevecht zijn 10 jaar lang elke dag jezelf te bewijzen en waar te maken om de plek als ‘haar man’ in te nemen. Hoe weet je dat, zei hij. Je hebt me dat net laten weten, zei ik. De taal geeft in dit geval de gedachte precies weer. Vanaf het moment dat je gaat zeggen: ik ben haar man, veranderen je gedachten hierover en ga je een andere plek in nemen. Is het zo eenvoudig. Ja en nee. Ja, want hij voelde onmiddellijk de hele situatie bewegen. Nee, want je zegt zoiets niet zomaar. Er zitten weer andere gedachten onder. Heb ik schuld aan het ongelukkig zijn van de eerste man? Dat uitzoeken vergt wel moed: te kijken naar de pijn die er was of nog is. Je rol te erkennen die je hebt gehad. Te voelen waar de pijn zit. En dan te zeggen: ik heb gedaan wat ik kon. Nu is het 10 jaar verder. Geef de eerste man een plek in het geheel en de geschiedenis van het gezin toen. En neem nu je plek die je hebt in het gezin nu. Ik luister altijd heel precies, ik lees geen gedachten. Zo ontstaat er in het gesprek dat we hebben een dialoog die steeds uitgaat van wat je zelf al zegt over jou eigen vraag, jouw eigen situatie of gebeurtenis. Laat het zelf weer bewegen. Je hebt het zelf in de hand de vrijheid te nemen er anders in te staan, er anders over te denken, je anders te voelen. Is het zo makkelijk? Ja en nee.
Eens vroeg ik de moeder van een groot samengesteld gezin: waar houd je je meestal mee bezig? Er kwam een lange lijst van bezigheden gericht op het in balans houden van het gezin, van geregel en huiselijke taken. En ik ben steeds zo moe, voegde ze er uiteindelijk aan toe. En wie ben jij dan in die samenstelling. De moeder, de vrouw, de vredesstichter, de bewaker van het geheel en ik werk 32 uur en doe daar ongeveer hetzelfde. En lukt dat een beetje? Ik kom alsmaar in dezelfde dingen terecht, ik voel me leeg en moe. Dus waar ben jij gebleven? Ze zucht en haalt haar schouders op. Wat zou je willen. Ik wil graag een hond en lange wandelingen maken in de natuur, de boel de boel laten. De boel de boel laten, hoeft niet, maar zorgen dat je jezelf terug vindt om van daaruit af te wegen wat en wie je elders wilt zijn, geeft je authenticiteit en daarmee kracht. Is het zo simpel, een hond nemen en wandelen? Ja, soms wel. Ik zie zo vaak mensen die overstroomd worden, uitgeblust raken door een eindeloze rij aan taken. Zodra ze iets vinden wat voor hen is, iets creatiefs, sport de natuur, komt de kracht terug.